Sef Kicken: Alternatieve wetenschap
1975 Uitgeverij De Nederlandsche Boekhandel
Kapelsestraat 222, 2080 Kapellen
Tegen de zeventig
Wie tegen de zeventig loopt zoals ik, heeft soms enige neiging tot terugblikken. Bij mij gaat dit terugblikken steeds over hetzelfde: hoe bestaat het dat wij in zo'n geïndustrialiseerde wereld beland zijn, die zonder gewetensproblemen de aarde leegschept van kolen, leeg laat lopen van olie en gas. Die zonder gewetensproblemen onkruid te lijf gaat met de spuit. Die zonder gewetensproblemen iets 'brood' noemt wat aan elkaar hangt van onzichtbare en zichtbare verbetermiddelen. Die al totaal gewend is aan alle handige voorverpakte levensmiddelen in de supermarkt enzovoort enzovoort. Hoe bestaat het dat fabrieken zoveel zooi uitstoten, hoe bestaat het dat ons Hollandse landschap alleen nog op 'ongebruikte' plekken mooi is en vol diversiteit, maar verder bestaat uit snelwegen en monotone weilanden en monotone maisvelden? Hoe ben ik vrijwel ongemerkt beland in een wereld van overdaad en zooi, terwijl ik vroeger zo sober ben opgevoed: ranja en een koekje op zondag, geen telefoon, geen auto, veel bloemen in de berm, kleine perceeltjes van de boeren, paard en wagen, enfin. (de eerste foto heeft Theo Jennissen gemaakt, de volgenden ikzelf)
Sef Kicken
heeft daar in 1975 over nagedacht. Zijn boek Alternatieve wetenschap kregen we van Wim Jennissen. Ik begon in het boek en ik kon niet meer ophouden. Sef Kicken was op zijn 25ste wiskundig ingenieur, studeerde ten tijde van het schrijven van dit boek filosofie. Ik houd van de heldere exacte taal waarmee hij ons door de mensengeschiedenis loodst. Hij is geen zwart-wit denker, hij is niet tegen vooruitgang. Hij laat alleen de grotere verbanden zien.
Hoofdstuk 1 De opmars van de wetenschap
De wetenschap heeft in de laatste eeuwen het aanzien van de aarde radicaal veranderd. Toepassing van die wetenschap gaf ons mijnbouw, industrie, minder ziekten, vervoersmiddelen enzovoort. Wetenschap is er altijd geweest, in de Babylonische, Assyrische, Egyptische, Chinese en Indiase cultuur. Dichterbij huis kenden we de Griekse cultuur die veronderstelde dat de natuur 'door het denken' ontsluierd kon worden. De aarde stond in het middelpunt van het heelal; alles was opgebouwd uit cirkels en bollen. In de 16e eeuw kwam de ontdekking (Copernicus, Galilei) dat de zon in het midden staat en niet de aarde. De kerk was het hier aanvankelijk niet mee eens. Ook de ontdekking van Galilei dat Jupiter vier manen bezet, - te zien door de verrekijker - werd afgedaan (niemand wilde letterlijk kijken) omdat 'Aristoteles had beweerd dat Jupiter geen manen had' punt uit. Volgens Kicken is dit een beslissend moment geweest in de wetenschap, namelijk de geboorte van de INDUCTIEVE methode, gestoeld op nauwkeurig waarnemen en experimenteren. De conclusies moeten getoetst kunnen worden en hiermee is de basis gelegd voor objectieve, controleerbare kennis, oftewel wetenschappelijke kennis. De microscoop was uitgevonden en de wiskunde ontstond, een vorm van exacte, kwantitatieve wetenschap. Meten is weten. In het boek Philolophiae Naturalis Principia Mathematica, dat in 1687 verscheen van de hand van Newton, beschreef hij dat de aantrekkingskracht tussen hemellichamen en de zwaartekracht op aarde dezelfde wiskundige formulering kennen. Van een gesloten christelijk wereldbeeld - met de mens in het middelpunt - belandden we in een mechanistisch, atomistisch wereldbeeld. De rede verdrong het geloof naar het tweede plan. De kerk verzette zich heftig tegen het de opvatting: niet de aarde maar de zon is het middelpunt. De kerk verzette zich in de 19e eeuw heftig tegen de evolutieleer. Maar de wetenschap overwon.
Volgens Kicken is de voornaamste drijfveer achter het wetenschappelijk onderzoek: de oeroude drang van de mens te willen weten hoe de wereld in elkaar zit. Het helpt, dat wij een centraal zenuwstelsel hebben: we kunnen ons hiermee een beeld vormen en passend reageren. Daarnaast kennen we taal en abstractievermogen. Hierdoor kunnen wij 'symbolen' bedenken, met andere communiceren. We kunnen onderscheiden, kwantificeren, meten. Fysiologisch hangt dit samen met de ontwikkeling van een nieuw gedeelte van de hersenschors, de z.g. neocortex. Zie hier de uitleg van wikipedia over neocortex.
Door de moderne wetenschap belandden we in de periode waarin de natuur niet langer gezien werd als een onveranderlijke orde, maar als veranderbaar en beheersbaar. Deze instelling - ontstaan in de natuurwetenschappen - drong ook door in de economie, in het gedrag van mensen en groepen enzovoort. Kicken eindigt hoofdstuk 1 met:
Wetenschap is eigen aan het mens-zijn en vervult een belangrijke functie in de geestelijk-culturele evolutie en de emancipatie van de mens. De kritiek die wij in dit boek uitoefenen, richt zich dan ook niet tegen de wetenschap als zodanig, maar wel op bepaalde eenzijdigheden en uitwassen ervan, zowel in haar denkwijze en methoden als in haar toepassingen.
Hoofdstuk 2 De huidige crisis
Aanvankelijk leek het, dat de weg die de mens met de wetenschap insloeg, alleen maar vruchten af wierp: armoede en ziekten werden uitgebannen, comfort en zekerheid van bestaan werd vergroot, er kwam meer vrije tijd, meer communicatie via radio, tv, auto, vliegtuig.
Maar de laatste decennia - voor 1975 dus - werd de keerzijde bekend: bodem, water, lucht in toenemende mate vervuild door industrie, verkeer, bestrijdingsmiddelen, veel diersoorten zijn uitgeroeid, erosie, ontbossing en twee wereldoorlogen die lieten zien welke destructieve krachte het menselijk intellekt en het technisch vernuft kon oproepen met haar arsenaal aan a-b-c wapens (nucleaire, biologische en chemische wapens). Het gevaar komt niet langer meer van buitenaf, maar van de mens zelf, met name de door 'hem' ((in die tijd nog gangbaar om het over hem/hij/ te hebben, tegenwoordig zouden we zeggen m/v/x) geschapen wetenschap en techniek. Zie Rachel Carson die in 1962 Dode Lente schreef (hier op youtube zie je een film over dit onderwerp; zie 1.28 het moment dat duidelijk wordt dat DDT een insect verlamt en doodt; deze film heb ik als tiener gezien en dit moment van de dood van het insect heeft zich in mijn geheugen gegrift). Zie de twee rapporten van de Club van Rome (1972 en 1974). In het tweede rapport: De mogelijkheden die de mensheid nog ter beschikking staan om een gewelddadige catastrofe te vermijden worden steeds geringer. Vertragingen bij het nemen van de nog resterende beslissingsmogelijkheden hebben in de ware zin des woords ontzettende gevolgen. De wereld moet een samenwerkend systeem worden, anders wordt zij door haat, conflicten, oorlog en crises volledig verscheurd. Hoe kan iets - wat aanvankelijk de oplossing leek - zich zo tegen de mensheid keren? Prof. Kwee Swan Liat, hoogleraar filosofie, spreekt van een paradoxale onmacht van de mens die wel het vermogen bezit om een geweldige macht te ontplooien, maar de explosie van die macht niet kan bedwingen. Professor Dessauer onderscheidt toenemende kritiek op de wetenschap, door de drop-out cultuur (verwerpt technologie), door de neo-marxisten (wil wetenschap gebruiken om de maatschappij te veranderen), door de feministen, die de wetenschap afwijzen die gebaseerd is op het narcisme, de beperktheid, de angsten, de machtsinstiincten van de masculinistisch heersende kaste) en door de restcategorie van groepen die de wetenschap een veel minder absolute plaats toekent dan het neopositivisme dat doet, (neopositivisme aanvaardt wat zintuiglijk waargenomen kan worden of proefondervindelijk, dat 'wat logisch is') en die meestal naast de rationele kenbron ook een affectieve, ethisch-morele kenbron erkent.
De schrijver stelt dat het boek zich in de volgende hoofdstukken bezig wil houden met het openen van nieuwe wegen. Hierbij zal de nadruk liggen op een noodzakelijke verandering van denkwijze.
Hoofdstuk 3 De noodzaak van nieuwe paradigma's
Paradigma betekent oorspronkelijk 'schoolvoorbeeld', dwz een overtuigende wetenschappelijke ontdekking die daarna als model wordt aanvaard.
De Amerikaanse wetenschapshistoricus en - filosoof Thomas Kuhn heeft een andere visie. Paradigma is het gemeenschappelijk referentiekader waarbinnen wetenschappelijk onderzoek wordt verricht. Soms wordt het heersende paradigma aangevallen en gaat een nieuw paradigma concurreren met het oude, ontstaat er een heftige strijd en - soms - 'wint' het nieuwe en wordt dat het denkkader. Dit is een soort sprong naar een nieuw inzicht. (vergelijk WUR, die sinds 2021 nog slechts onderzoeken gaat uitvoeren die de diversiteit op aarde gaan bevorderen; dit is revolutionair voor 'Wageningen') Wetenschap is geen autonoom rationeel proces, maar staat altijd binnen een historische en sociale context.
De centrale stelling in dit boek is nu dat wetenschap en samenleving zich momenteel in een zodanige situatie bevinden dat het ontwerpen en ontwikkelen van nieuwe paradigma's een dringende noodzaak is. De kritieke situatie op het gebied van milieu, de geneeskunde, de landbouw, de gehele samenleving dwingt ons om nieuwe wegen te zoeken......
De wetenschap lost namelijk niet alleen problemen op, maar schept tegelijkertijd nieuwe problemen, meestal onvoorzien. In het westen zijn we er materieel op vooruit gegaan, maar we worden nu - 1975 - geconfronteerd met de daaruit voortvloeiende problemen van milieuaantasting en oprakende grondstoffen en energievoorraden.
Kicken signaleert zes eenzijdigheden die de denkwijze in de huidige wetenschappen kenmerken.
1. het dualisme van geest en stof, ik en wereld, dat sinds Descartes (1596-1650) de westerse filosofie en wetenschap heeft beheerst. Wij westerlingen moeten dit dualisme overwinnen, anders voelen we ons geīsoleerde wezens, vervreemd van de natuur enz.
2. de toenemende specialisatie van de wetenschap en de daarmee gepaard gaande opsplitsing en atomisering van de werkelijkheid. Prof. L. Apostel, Rijksuniversiteit van Gent: We leven in een zinloze wereld in zoverre we geen totaalplan van de menselijke aktivieit in de mensenmaatschappij of van het levende of dode heelal kunnen ontwerpen.
3. een reductionistische aanpak, die het geheel reduceert tot delen. Het reductionisme gaat voorbij aan de gelaagde structuur van de werkelijkheid in verschillende niveaus van systemen of dimensies. Oplossing van deelproblemen kan de kwaal zelfs verergeren (sinds 1971 de Wet van Forrester genoemd). Sociale systemen zijn niet lineair; er zijn vele en veel verschillende manieren waarop mensen individueel en als groep reageren op de simpelste verandering, laat staan op een grote verandering. We moeten komen tot een holistische manier van denken.
4. een causaal-mechanische denkwijze, die wellicht geldt bij natuurkundige deeltjes, maar kan die ook toegepast worden op een levend organisme, een individu, een sociale organisatie? De Zwitserse fysicus Walter Heitler schrijft: Het zonder bezwaar overdragen van het deterministische denken op dingen waar het niet thuishoort, moeten wij als een der gevaarlijkste tendensen van onze tijd beschouwen, die des te gevaarlijker is daar het slechts halfbewust en onder de dekmantel van wetenschappelijkheid gebeurt.
5. een kwantificering van de werkelijkheid: alleen datgene telt wat meetbaar en mathematisch formuleerbaar is. Arthur Koestler: ons hypnotisch geknecht zijn door getalmatige aspekten van de werkelijkheid heeft ons geestelijk waarnemingsvermogen voor niet-kwantitatieve morele waarden afgestompt; de daaruit afgeleide 'het doel heiligt de middelen' ethiek is mogelijk een hoofdfaktor van onze ondergang. Walter Heitler: met de kwantitatieve wetenschap hebben wij ons van onszelf verwijderd. Deze wetenschap is levensvreemd tot levensvijandig geworden.
6. concentratie op middelen (technieken, methodieken, procedures). Maslow: Ze wekt de indruk dat het normale bedrijf van de wetenschapsbeoefenaar centimeter voor centimeter op de welgeplaveide weg vordert in plaats van nieuwe wegen door het onbekende te banen.
Kicken besluit hoofdstuk 3 met de conclusie dat de wetenschapper zich niet meer kan veroorloven om zich te beperken tot het oplossen van puzzels, maar zich voortdurend rekenschap moet geven van drie niveaus: a.intern-wetenschappelijk: theorie steeds toetsen aan ervaring en indien nodig vervangen door een betere theorie, b. meta-wetenschappelijk: op welke vooronderstellingen berust mijn wetenschappelijk onderzoek en c. maatschappelijk: welke maatschappelijke belangen dien ik met mijn wetenschap.
Hoofdstuk 4 Alternatieven in de natuurwetenschappen
Leuk hoofdstuk, vindt deze bêta. De natuurwetenschappen begonnen in de 16e eeuw hun triomftocht. In 1887 zegt een Frans scheikundige Berthelot: Het heelal kent voortaan geen geheimen. Maar in de 20e eeuw werden deze grondslagen aan het wankelen gebracht. Er kwam een einde aan het mechanistische, deterministische wereldbeeld. De quantumtheorie van Planck, de relativiteitstheorie van Einstein, de quantum-mechanica van De Broglie, Schrödinger en Heisenberg waren een revolutie. Massa neemt toe bij toenemende snelheid. Tijd verandert met de snelheid van de waarnemer. Ruimte en tijd hangen samen in een vierdimensionaal 'ruimte-tijd-continuüm. Onze driedimensionale ruimte is gekromd in de buurt van grote massa's. Licht kan zich gedragen als golf of als deeltje. Atomen transmuteren van het ene element in het andere. Waar een elementair deeltje zich bevindt is alleen maar waarschijnlijk, ze gedragen zich als proces en niet als ding. In de astrologie worden verschijnselen als quasars en pulsars ontdekt en - nog intrigerender - donkere gaten die onzichtbaar zijn en materie opzuigen enzovoort. Alles is in alles, zou je kunnen zeggen. De kosmos is ondeelbaar, voortdurend in beweging en geen deeltje bestaat op zichzelf, maar vormt een web van verhoudingen.
Kicken noemt drie categoriën, die je in dit licht kunt bezien.
1. De werking van gepotentieerde stoffen. Dit zijn stoffen die ontstaan in een proces van ritmische verdunning, waarbij men begint met 1 gram van een uitgangsstof, deze oplost in 9 kubieke centimeter water of alcohol, hiervan neemt men 1 kubieke centimeter en verdunt deze weer in een verhouding van 1 op 10 enz. Zo ontstaan decimale potenties D1, D2, D3 enz tot D30 of nog hoger. Bij een bepaalde verdunning kan zogezegd geen uitgangsstof meer aanwezig zijn, en toch blijkt het te werken. Het zou dus kunnen dat de uitgangsstof door het proces van verdunnen in een andere - niet weegbare - toestand is overgegaan en daarbij haar 'informatie' heeft afgestaan aan het medium.
2. Planetaire en kosmische invloeden. Het leven op aarde wordt beïnvloed door sterren en planeten. Dit wist de mens altijd al wel, in de 20e eeuw is het ook 'aangetoond'. Veel organismen reageren op de maanfase. Zonnevlekken blijken onze atmosfeer en ons magnetisch veld te beïnvloeden. Bekend zijn de zaaikalender van Maria Thun en de stijgbeelden in de antroposofie. Hier zie je bv drie stijgbeelden van radijsblad waarvan het zaad op drie verschillende manieren bemest is.
3. Biologische transmutaties. Eeuwenlang zochten de alchemisten naar transmutatie van het ene element in het andere. In de 20e eeuw zijn de kernreacties 'uitgevonden, 1917 Lord Rutherford verandert stikstof in zware zuurstof door de stikstof met alfadeeltjes te bestralen. Hij is de eerste persoon die een atoom kunstmatig kan laten transmuteren. In 1953 ontdekken Watson en Crick de structuur van het DNA-molecuul. De Zwitser Walther Heitler zegt over 'levensprocessen': De natuurkundige wetten zullen noch toereikend noch het geschikte element zijn om de typische levensprocessen te begrijpen.'
Kicken noemt als alternatief voor kwantitatieve natuurwetenschap de kwalitatieve natuurwetenschap: 'anschauende Urteilskraft' (Steiner, Goethe, Lehrs, Hauschka, van Romunde): deze kwalitatieve natuurwetenschap streeft er naar om tot een oordeel te komen die uit de aanschouwing ontstaat, met terughouding van persoonsgebonden oordelen. Iemand die dit al zijn levenlang doet is Peer Schilperoord, inmiddels langer Zwitser dan Nederlander. Zie hier mijn boekbespreking van Sieben Getreide. Of zie hier zijn eigen website, Berggetreide Ch.
Hoofdstuk 5 Alternatieven in de psychologie
Is psychologie alleen wetenschappelijk als zij de methode der natuurwetenschap overneemt? In den beginne verstond met onder psychologie: de prikkel meten, die een bepaalde waarneming teweeg brengt. (In het boek Blanche en Marie, van Per Olov Enquist, is de romanfiguur Blanche eind negentiende eeuw in een Parijse kliniek jarenlang de 'parade'hysterica van professor Charcot; hij duwt op bepaalde plekken en zij 'beweegt' 'hysterisch', maar niet heus, ze weet wat ze doet en zo houdt ze de beroemdheid van Charcot in stand. Freud was assistent van Charcot.) Freud is grondlegger van de psycho-analyse: deze wetenschap wenst psychische processen te beschrijven als kwantitatief bepaalde toestanden van specificeerbare materiële deeltjes, en ze op die manier duidelijk te maken en te ontdoen van tegenstrijdigheden. (1895) Jung verrijkte de psychoanalyse met religieuze drift (naast de sexuele en de doodsdrift van Freud) en hij introduceert het collectief onbewuste. Naast de psycho-analyse ontstaan behaviorisme (voorspellen en manipuleren van gedrag, weg met de introspectie). In 1962 wordt in de Verenigde Staten de 'humanistic psychology'opgericht als 'derde kracht' naast psycho-analyse en behaviorisme. Doel hiervan is om de mens te helpen meer zichzelf te worden, mogelijkheden te ontdekken en te ontwikkelen. Een van de grondleggers, Abraham Maslow, is de 'uitvinder' van het beroemde dynamische model, de 'pyramide van Maslow' : pas als je eten, drinken en een dak boven je hoofd hebt, als je sociaal prettig ingevoerd bent, pas dan kun je gaan werken aan je zelfontplooiing. Een dergelijk mens is creatief, spontaan, heeft een heldere waarneming van de werkelijkheid (niet door angst en vooroordelen gekleurd), voelt zich verantwoordelijk voor de hele mensheid, heeft respect voor de medemens, handelt volgens eigen waarden, vindt syntheses, heeft 'piekervaringen' waarin hij/zij/x zichzelf overstijgt. Na de humanistische psychologie kwam de 'vierde' kracht op: die van de transpersoonlijke psychologie; Maslow was in 1969 nog mede oprichter. Transpersoonlijke psychologie gaat ervan uit dat de psyche niet een afgesloten systeem is, maar een open en transcendentaal systeem van bewustzijn. Hypnose, trance, meditatie, yoga, drugs, biofeedback enz kunnen middelen zijn om het bewustzijn te verruimen.Parapsychologie is ee hoofdstuk apart. Telepathie, voorkennis, helderziendheid, psychokines, uittreding, spiritistische verschijnselen. Bestaan ruimte en tijd? Wat is de verhouding van ziel en lichaam, geest en stof, zijn er niet-causale principes in het universum werkzaam, enz.
Hoofdstuk 6 Alternatieven in de sociologie.
Sociologie is een jonge wetenschap die - in 1975 - 'haar identiteit nog niet gevonden heeft'. Kun je statisch (objectief wetenschappelijk) denken over sociale processen en organisaties? Is verandering of stabiliteit inherent aan de samenleving? Kan er wel sprake zijn van neutrale, waardenvrije wetenschap om de maatschappij te beschrijven? De Frankfurter Schule (Adorno, Horkheimer, Habermas) ontwikkelden een kritische theorie over de verwevenheid van wetenschap en maatschappij. Zij vroegen zich af wat sociologie is, als je het niet hebt over doel, waarde, ethiek, politiek? Welke macht heeft de ene mens (de theorievormer bv) over de andere mens (over wie theorie gevormd wordt). Moeten de sociale wetenschappen zich juist niet in dienst stellen van de emancipatie van de mens. Wil je een wetenschap die een technocratisch bestel dient (met manipulatie, vervreemding als gevolg) of wil dit technische denken aanvullen met commuicatie over doeleinden en waarden en: in hoeverre dient dit de emancipatie van de mens? Volgens de Nijmeegse cultuurpsycholoog Jan Weima wordt onze huidige - 1975 - westerse cultuur gekenmerkt door 'nuttigheid'. Dingen en mensen worden niet op hun intrinsieke waarde beoordeeld, maar op het nut dat zij hebben. Deze instelling is volgens Weima verantwoordelijk voor de huidige - 1975 - milieucrisis en de vervreemding van de mens van de natuur, zijn medemens en zichzelf. Welke richting de sociologie op zal gaan? Zij zal een zo breed mogelijke benadering moeten kiezen en zij zal de waarden en vooronderstellingen waarmee zij werkt expliciet moeten maken, vindt Kicken.
Hoofdstuk 7 Alternatieven in de geneeskunde.
Ook de geneeskunde kreeg sinds de opkomst van de natuurwetenschappen in de 17e eeuw een steeds hechtere wetenschappelijke basis. In 1628 werd de bloedsomloop ontdekt. In de tweede helft van 1600 werd microscopisch onderzoek van weefsels ingevoerd, in de 19e eeuw kwam narcose op in de chirurgie, besmettelijke ziekten werden door vaccins overwonnen, in 1895 werden de röntgenstralen ontdekt, in 1921 de insuline, in 1928 de penicilline. De rol van vitaminen in de voeding werd duidelijk. Onze levensjaren stegen: tussen 1840-1880 werden we 36 à 40 jaar (en was het dus allang afgelopen met mij en vele lezers van dit stuk), in 1971 werden mannen gemiddeld 71,0 en wij, vrouwen al 76,7. Veel problemen zijn dus opgelost, vele nieuwe doen zich voor waartegenover de geneeskunst machteloos staat. Beschavingsziekten zijn toegenomen, het geneesmiddelengebruik is onrustbarend gestegen met alle bijwerkingen van dien. Aan psychische, sociale en voedingstechnische achtergronden van de ziekte wordt nauwelijks aandacht besteed. Een holistische benadering zou een waardevolle aanvulling kunnen geven op deze atomistische, reducerende benadering. De mens is meer dan 'technische onderdelen'. Kicken: Alternatieve geneeswijzen als acapunctuur, magnetiseren, homoeopathie zien de mens als totaliteit van lichaam, ziel en geest, staande in een natuurlijk, sociaal en kosmisch milieu. De academische geneeskunde zou haar vooringenomenheid kunnen laten varen en uitgroeien tot een integrale, volledige, menselijke geneeskunde. (de alternatieve geneeswijzen moeten evenmin vooringenomen zijn, ib)
Hoofdstuk 8 Alternatieven in de techniek.
Techniek en industrialisering kunnen gezien worden als een antwoord van de mens op een situatie van materiële schaarste. Zij betekende een verregaande materiële bevrijding voor de mens. Zij maakten ons immers minder afhankelijk van het natuurlijk milieu, verlichtten de zorgen om het dagelijks levensonderhoud, brachten voedsel, comfort en welvaarten tenslotte vrije tijd en ongekende mogelijkheden van communicatie en reizen. (1975). Alleen: we zijn te ver gegaan met in te grijpen op het natuurlijk milieu. Bij onze verovering van de natuur hebben we fundamentele ecologische wetten veronachtzaamd. (zoals het biologisch evenwicht, kringloop der stoffen enz). De mens gedraagt zich als een 'ecologische valsspeler', aldus dr. Marcus Jan Adriani. Techniek is enerzijds bevrijding van de geest van stoffelijke determinatie, maar anderzijds verslaving van de geest aan de stof. (Van Melsen). Is techniek een eigen leven aan het leiden, los van menselijke doelstellingen? (zie mijn leeservaring van Virilio, die stelt dat snelheid een doordenderende vector is.) Er staat een duidelijke grafiek op bladzijde 153. De eerste mensen aten planten, de jagende mens had ook hout voor warmte voorziening en kon dus meer voedsel bereiden. De landbouwende mens gebruikte dierkracht, later ook waterkracht en windkracht. Met de uitvinding van de stoommachine in 1769 in Engeland begint het industriële tijdperk en stijgt het gemiddelde energieverbruik van bijna nul (eerste mens, miljoen jaar geleden) naar 230.000 kilocalorieën per persoon per dag (USA, 1970). Het kan natuurlijk anders. Zie bijvoorbeeld de bloeitijd van De Kleine Aarde in Boxtel. De landbouw is ook in een vicieuze cirkel geraakt door kwantiteit boven kwaliteit te stellen. Gebruik van kunstmest verzwakt de gewassen. Bespuiting met giftige bestrijdingsmiddelen betekent verarming van de bodem, waterverontreining door nitraten, fosfaten enz (het boek is uit 1975). Ook hier: Wil Homo sapiens de biosfeer in wezen gaaf om zich heen zien en doorgeven aan volgende mensengeneraties, dan dient hij een geheel van leven, milieu, natuur en landschap volgens holistische, oecologische gedachtengang te benaderen. (Marcus Jan Adriani).
Hoofdstuk 9 Het veranderende wereldbeeld.
Mooi hoofdstuk. Wij, westerlingen, zijn met de ontwikkeling van wetenschap en techniek een richting ingeslagen die aanvankelijk nuttig was, maar die overspecialisatie leidde tot een onevenwichtige situatie, waarvan de negatieve gevolgen steeds meer merkbaar worden. Kicken: De balans is eenzijdig naar de rationele pool van ons bewustzijn doorgeslagen. William James, Amerikaans filosoof en psycholoog (1842-1910) zei al: Ons normale waakbewustzijn, het rationele bewustzijn zoals we dat noemen, is slechts een speciaal soort bewustzijn, terwijl er omheen, gescheiden ervan door het ragfijnste scherm, potentiële vormen van bewustzijn liggen, die volkomen verschillend zijn. We kunnen door het leven gaan zonder hun bestaan te vermoeden, maar bij de juiste prikkel zijn ze er in al hun volledigheid, bij de minste aanraking. Onze 'eigen' Han Fortmann schrijft in Oosterse Renaissance: Allerlei moderne stromingen, vanaf meditatie tot aan het gebruik van drugs, vragen aandacht voor andere bewustzijnsvormen dan die welke tot voor kort als de enig geldige werd erkend. In dit hoofdstukje staan ook weer mooie grafische aanduidingen. Het blad Bres - waar Sef Kicken ook voor schreef - gaf in 1967 een weergave van hoe in ieder tijdperk het individu zijn beeld van de wereld beschrijft. Het is afkomstig uit: The dynamics of change, Don Fabun. Uiteraard is - ook dit - een voorstelling van hoe het individu de wereld beleefde, maar hier komt het dan:
De wereld is zoals ik die ervaar. (Tijdperk van het primitieve realisme, van ??? - 650 v. C.)
De wereld is zoals ik zeg dat zij is. (Tijdperk van de rede, 650-350 v. C.)
De wereld is een onmetelijke machine, waarvan ik de werking kan ontdekken (Tijdperk van de wetenschap, 1500-1900)
De wereld is samengesteld uit waarschijnlijkheden die ik zelf schep door de wijze waarop ik ernaar kijk. (Tijdperk van het relativisme, 1900-1966)
Het universum kan wat zijn struktuur betreft, in geen enkele formule worden uitgedrukt. Ik begrijp de wereld als mijn eigen totale ervaring ervan (Het tijdperk van de eenheid, 1966-.....)
Hoofdstuk 10 Naar een mondiale ethiek.
Motto van dit hoofdstuk is citaat uit het Rapport van de Club van Rome, 1972: Pogingen tot evenwicht moeten gegrondvest zijn op fundamentele veranderingen in onze waarden en doelstellingen op individueel, nationaal en mondiaal niveau. Dit lijkt mij duidelijke taal en hier laat ik het bij.