leeservaringen

Hier zijn is heerlijk, Marie Darrieussecq

Het leven van kunstschilder Paula Modersohn-Becker (1876-1907)

zwartwittien 

Meer dan gelukt.
Dit boek zet aan tot bekijken van de schilderijen van Paula Modersohn-Becker. Dat betekent, het boek is meer dan gelukt. 
En verder is Rilke mij duidelijker geworden als mens (maar wat zou dat); is Otto Modersohn volgens mij helemaal niet de man die Paula's kunstenaarschap belemmerde (maar wie zei dat dan?); is hoofdpersoon Paula de totaal eigen kunstenares EN de vrouw die in haar eentje naar Parijs gaat om te schilderen EN de vrouw die op een gegeven moment beseft dat ze de rust van de relatie nodig heeft.
De biografe is als persoon hoogst aanwezig, soms zeer verhelderend en soms zeer vervelend.
De twee plekken op aarde waar Paula tussen heen en weer zwalkt - Parijs en Worpswede, stad en dorpje, stedelijk en boers - liggen ook mij als tegenstrijdigheden na aan het hart.
Dat er nog geen t.v. was en dat jonge vrouwen dus nog fietsten over de hei, een verademing.
Dat een moeder sterft omdat ze een embolie heeft na veertien dagen gedwongen bedrust is schokkend om te lezen. 
Kortom, het is een boek dat bij mij een veelheid aan indrukken achterlaat.

 

Raakt gegrepen.
Marie Darrieussecq raakte gegrepen door het werk van Modersohn toen ze in 2010 een groot naakt zag - een vrouw die op haar zij lag en een baby voedde; totaal ongebruikelijke houding voor een moeder om een kind te voeden. Zelf voedde ze toen haar derde kind en ze zou dit twee jaar de borst geven, zich nergens iets van aantrekkend, ook niet van haar eigen regels. (Darrieussecq is schrijver/psychoanalytica).
Ze schrijft op bladzijde 120/121 wat voor haar de kern is van het werk van Paula Modersohn-Becker:zetoontwatzeziettien
'Bij Paula zie je echte vrouwen. Ik ben geneigd te zeggen vrouwen die eindelijk naakt zijn; ontbloot van de mannelijke blik. Vrouwen die niet poseren voor een man, die niet bekeken worden met de begeerte, frustratie, bezitsdrang, overheersing of boosheid van mannen....... Bij Paula is geen sprake van revanche. Geen enkel verhaal. Geen enkel oordeel. ZE TOONT WAT ZE ZIET.' 

 

Worpswede.
De biografe begint het boek met een reis naar Worpswede, daar waar Paula is gaan wonen; later getrouwd is met de weduwnaar Otto Modersohn. Daar waar ze gestorven is, 31 jaar oud, 18 dagen na de geboorte van haar dochter, Mathilde. Op de grafzerk is een liggende naakte vrouw afgebeeld met een baby die op haar buik zit. Biografe: 'Het monument is nu aangetast door de tijd, door de wind en de sneeuw van Worpswede.'
Paula is naar het kunstenaarsdorp Worpswede getrokken, om daar tekenlessen te nemen. In 1898 ontmoet ze Clara Westhoff. Ze worden elkaars beste vriendinnen. Clara wordt beeldhouwer. Ze zal met Rilke trouwen. Paula wordt schilderes. Ze zal trouwen met de schilder Otto Modersohn, grondlegger van de kunstenaarskolonie in dit dorp op de arme veengrond. Maar voorlopig is Paula nog leerling en kamerbewoonster in Worpswede
'Ik heb de hele middag in het zand op de hei Pan liggen lezen van Knut Hamsun.'

 

Parijs.
In  1900 krijgt ze een schenking van haar oom zodat ze een jaar in Parijs kan studeren. Parijs is een verlichte stad. Daar heeft de kunstacademie haar deuren geopend voor vrouwelijke studentes. Paula volgt anatomielessen, ze is vaak in het Louvre te vinden, ze ontdekt Cezanne. 'Hier is de nieuwe eenvoud.' 
Bij de examens van de Académie eindigt Paula als beste van haar jaar. Ze schrijft brieven aan Otto en zijn vrouw (fatsoenshalve ook aan haar), probeert hem over te halen om Parijs te bezoeken maar Otto zegt nee: 'Ik blijf liever hier, om steeds dieper door te dringen in mijzelf.' Maar dan komt hij  ineens toch, op maandag 11 juni 1900. op donderdag 14 juni moet hij halsoverkop terug, zijn vrouw is overleden. Paula besluit vlak daarna ook om terug te gaan naar Worpswede.

Rilke.
In september 1900 komt Rilke op bezoek in Worpswede. Mooi wat Marie Darrieussecq schrijft over de eerste avond dat  de dichter Paula bezoekt. Ze praten over de kleuren van de hei, over de angst die de kleuren hem inboezemen, over schemerige luchten, over de uren dat hij niet meer weet hoe te leven. 'Rilke denkt dat schilders weten hoe ze moeten leven - altijd. Angst schilderen ze. Van Gogh schildert zijn kamer in de inrichting. Het lichaam van dschilders en beeldhouwers is actief. Hn werk valt samen met die beweging. Hij als dichter weet niet wat hij met zijn handen aan moet. Hij weet niet hoe hij leven moet.' 
(Rainer Maria Rilke twijfelt tussen Clara en Paula, wil ze feitelijk allebei, zal uiteindelijk met Clara trouwen en met haar een kind krijgen, zal hen na twee jaar verlaten, zal vrouw en kind zelfs niet meer willen zien als hij bijna sterft.)
Marie Darrieussecq beschrijft op bladzijde 36 prachtig hoe helder de uitwisseling tussen Paula en Rainer Maria is als het over haar kunst gaat. Paula toont hem een map en zegt erbij: 'Je moet pas bij de gele bloem beginnen want daarvoor is zij het helemaal niet en daarna is ze het nu en dan te veel.' Oftewel: vol twijfel over zichzelf. 
Rilke antwoordt met een prachtige brief. Nee, zijn dierbare serieuze vriendin heeft haar eerste twintig jaar niet verspild. Ze heeft niets verspild waar ze spijt van kan krijgen, ze heeft zich niet laten afleiden. Dat zal voelbaar zijn in haar kunst. 'Het is geweeest, het is, het zal zijn, het dringt in ons door, in onze eenzaamheid en in onze rustige uren.'

 

Otto Modersohn.kleurvijftien
Paula trouwt met Otto, maar niet nadat ze acht weken naar een kookschool in Berlijn is gestuurd, heerlijk gründlich zoals het een Duitse betaamt. Misschien hebben we daar bovendien wel de mooie voedsel stillevens aan te danken. 
Otto over de schilderkunst van Paula: 'Ooit zal ze de wereld versteld doen staan. Leve die dag. Ze weet wat ze zoekt, ze gaat recht af op de kern, die complex en moeilijk is.'
Hij snapt ook dat Paula niet tegen te houden is als ze weer naar Parijs wil. Hij laat haar gaan, betaalt haar onderhoud. 
Na vijf weken keert Paula weer terug naar Worpswede, ze heeft er genoeg van om zo ver weg te zijn. Overdag gaat ze naar haar atelier, bij de familie Brünjes. Zo kan ze zowel Paula Modersohn als Paula Becker zijn. Ze schildert boeren en boerinnen en kinderen. 'De eenvoudige grootsheid van dat alles.' 
Het schilderij op de cover van dit boek: zelfportret met irissen; Paula is bijna dertig. De biografe schrijft: 'Dit is een omslagpunt, een volmaakt moment. In alle eenvoud: dit ben ik, dit zijn irissen. Kijk: dit ben ik, in verf, tweedimensionaal, mysterie en kalmte.' 

 

Parijs.
In februari 1906 verlaat Paula Otto Modersohn, brengt ze de dingen die ze nodig heeft naar haar atelier. 'Ik ben geen Modersohn meer en ik ben ook geen Paula Becker meer. Ik ben. Mezelf, en ik hoop steeds meer Mezelf te worden.' Ze gaat weer naar Parijs, schrijft Otto of hij geld wil sturen en het anatomieboek en haar identiteitspapieren. Het liefst wil ze dat hij elke vijftiende van de maand haar 150 mark stuur zonder dat ze er steeds om hoeft te vragen.  (tja, een mens - man of vrouw - is een opportunist als het moet, I.B.). 
Voor ons is de scheiding een zegen: ze maakt elke vier, vijf dagen een schilderij. Koortsachtig. Stillevens, zelfportretten, veel grote naakten. 
In maart 1906 is Rilke 'secreatis-af' bij Rodin omdat hij zou hebben gestolen. Hij zoekt zijn toevlucht bij Paula. Hij poseert; ze geven elkaar allebei iets. 'Van die uren samen is dit portret een spoor.' jammertien
In september 1906 keert ze terug naar Otto. 'De afgelopen zomer heb ik beseft dat ik geen vrouw ben die alleen kan blijven. Het belangrijkste is rust om te kunnen werken en die vind ik bij Otto.' 

 

Schade.
Ze raakt zwanger. Op 2 november 1907 wordt Mathilde geboren, na twee dagen die eindigen met chloroform en verlostang. De arts schrijft Paula bedrust voor om te herstellen. Na achttien dagen mag ze eindelijk opstaan. Ze maken er een feestje van, huis vol bloemen en kaarsen, alles is verlicht. Paula staat op en zakt in elkaar. Ze sterft aan een embolie omdat ze zo lang heeft gelegen. Als ze neervalt zegt ze: 'Schade.'

 


(twee foto´s van Theo Jennissen, drie van mijzelf) 

In De Groene Amsterdammer van 11 mei 2016 schrijft Joke Hermsen een uitgebreid essay over Paula Modersohn.