De ontdekking van Urk, Matthias M. R. Declercq
Deze VPRO film
is een zeer goede inleiding op het boek van Declercq. Hans Heijnen maakte in 2005 deze documentaire over Urk .
Urk
was vroeger een klein eilandje in de Zuiderzee. Eerst kwam de Afsluitdijk - het woord zegt het al - en toen kwam de inpoldering; eerst de Noordoostpolder, daarna Flevopolders. De Noordoostpolder grenst aan Urk. Alleen langs het Oude Dorp stroomt nu nog het IJsselmeer. Landinwaarts (NOP-inwaarts) zie je hoe het Oude Dorp Urk vertwintigvoudigd is of nog meer met de Nieuwe Wijken van Urk en met het Industrieterrein. Grenzend aan de Nieuwe Wijken ligt het Urkerbos.
Trouw
publiceerde een interview met de schrijver. Het boek kwam op mijn verlanglijstje, mijn kerstgasten deden het mij cadeau en na drie dagen had ik het uit. Wat een boek. Iemand die een half jaar in Urk gaat wonen, die een kamertje bij een gezin met zes kinderen 'die hem geen strobreed in de weg leggen,' die zichzelf bekend maakt in plaatselijk krantje Het Urkerland, die overal uitgenodigd wordt, die een dienst in alle kerken bijwoont, die 'de man met het opschrijfboekje' wordt, die begint zich te begeven in het oude idyllische Urk en die langzamerhand de buitenranden verkent en de diepte in gezogen wordt. En wij met hem. Schitterend boek.
Het Urkerland
plaatst een interview met 'de Belg', en 'voordat de inkt van de krant droog is, reageren vijftien families.' Mathias fietst rond op zijn vouwfiets (bijna de enige in het dorp), kleedt zich in het zwart ('zwart moet de ruis verdringen, het is een soort blanco vel'). Reijer ten Napel en zijn vrouw Dicky worden een soort top gastgezin voor Matthias. 'Vraag hem alles wat je wilt,' zegt dochter Janna. 'Vader leefde zijn hele leven op zee.' Reijer heeft een gebroken voet, als Mathias hem voor het eerst ontmoet. De hele buurt komt soep, biefstuk, brood brengen, zoveel dat Reijer Mathias wat meegeeft. Reijer: 'Nou, zeg het maar.' Reijer zullen we in het boek geregeld tegenkomen.
Bij elke ontmoeting met andere nieuwe mensen voelt de journalist zowel veel warmte alsook voorzichtigheid en lichte vertwijfeling. Ben je getrouwd? Heb je kinderen? Ben je gelovig? Na een paar weken heeft hij al een groot netwerk en een harde schijf met meer dan 250 uur interviewtape. Het Haventje is een prachtige bar waar hij 's morgens koffie drinkt en 's avonds een glas bier of een cola-met-Berenburg en 'de dag in het archief kan opbergen.'
UK165
Als de garnalenkotter 'Lummetje' vermist wordt 'vertraagt het leven plots' in het dorp. Overal stopt de tijd. Mathias bezoekt Reijer, iemand die de hele wereld heeft overgevaren maar nu niet weet wat te zeggen. 'Raak je aan de geboortegrond, dan raak je aan de mens.' Eerst is duidelijk dat de UK165 gezonken is, later is duidelijk dat de beide bemanningsleden dood zijn gevonden in de stuurhut. Mathias condoleert de familie, is bij de begrafenis van de beide mannen. 'Nu hoor ik er bij.' (Tien jaar geleden, toen hij voor De Morgen de dood van de 14-jarige Dirk Post moest verslaan 'stond ik achter een rood-wit lint en zag de kist met het jongetje de kerk in gaan.' ) Dit is in sneltreinvaart hoofdstuk 2.
Dit hele hoofdstuk 2
is prachtig. De schrijver heeft zoveel kennis van zaken en heeft zo een 'menselijke' toegang tot de mensen, deelt ons zijn eigen gedachten als achtergrond terloops mee. Schitterend. 'Die ochtend is de zee nog zwart.... Lummetje is op de Noordzee op zoek naar garnalen die straks eindigen in uitgeholde tomaten en dikke soepen..... springtij dit keer, en een achtergebleven zuidwester die de kotters met een bezem de zee uit veegt. Ga naar huis, de kachel brandt. Het schip is dichtbij de haven van Den Helder. Daar zullen Jochem Foppen en Hendrik Jan de Vries straks aan wal gaan en de vangst verkopen..... De familie van Jochem Foppen is vergroeid met het water..... In de geschiedenis van de Foppetjes lees je de geschiedenis van Urk: het houten schip werd een stalen schip, het oude zeil een luide motor, en groter werden de huizen. Met dank aan de Noordzee: Ex Mare Gratia. Dit schip is eind 1966 vergaan, waarbij grootmoeder Foppen haar man Willem en haar oudste zoon Klaas verliest. Ze blijft achter met negen kinderen. Vader Foppen wordt ook visser, overleeft drie hartinfarcten maar blijft dan aan wal. Zoon Jochem was - na een keer meevaren - ook 'om': 'Vader, ik word visserman'. Nu volgt vader thuis op de laptop het kleine stipje van Lummetje in het grote blauwe vlak. Vroeg in de ochtend blijft dit stipje vijf minuten hangen, tien minuten, vijftien minuten. De stip wordt een dikke kras, de UK165 lijkt te worstelen met zichzelf....
Als Mathias in de ochtend buiten komt ziet hij het: hoe het leven plots vertraagt. Er is een schip vermist. Instinctief gaat Mathias naar het vissersmonument: een vrouw die zich omdraait naar de zee waarin haar geliefde omgekomen is. Mathias: Ik voel geen behoefte aan gebed om hulp van hierboven. Voor mij is de vermissing de noodlottige continuï teit van de geschiedenis. Ik voel hoe deze eerder nog anonieme dag plots deel uitmaakt van een verhaal, van een dorp dat om de zoveel tijd dooreen wordt geschud en altijd dezelfde vragen stelt, waar altijd dezelfde antwoorden op volgen....
Hoeveel dorpen zijn er nog waar één ambacht het dorpsleven bepaalt?... Kijkt een Urker naar het water, dan ziet hij het hele leven. Het brood, de overleving, de latere welvaart, maar ook het gevaar, de kracht Gods.... Tussen 1865, toen er nog geen vijftienhonderd mensen op Urk woonden, en 1904 sterven meer dan 210 Urkers op zee, onder wie kinderen van 10 en 11 jaar. .... Iedereen kent de verhalen op Urk. Ooms die nooit terugkeerden, broers die een arm verloren, lijken in de netten..... Mathias heeft het verhaal gehoord van Piet van den Berg, van de UK60, genaamd Neeltje. Hij en twee anderen overleven het omslaan van dit schip - en het weer terug rechtop keren - in het logies, zijn broer in de stuurhut is omgekomen.
Inmiddels is duidelijk dat de UK165 op de bodem van de zee ligt, maar de twee opvarenden zijn nog niet gevonden. Iedereen hoopt dat ze in een luchtbel op de bodem van de zee zitten. Op zondagmiddag volgt het verlossende en treurige nieuws: de lichamen zijn gevonden, levenloos.
Mathias zal de familie gaan condoleren en zal de begrafenissen bijwonen. Hij hoort er nu bij, itt tien jaar geleden toen hij 'Dirk Post moest verslaan'. Urk is rond blijven zingen in het hoofd van de journalist, het plan rijpte om een half jaar op Urk te gaan wonen zo geschiedde en hier danken wij dit boek aan.
Kerken
Mathias bezoekt alle kerken, arriveert zo laat mogelijk en gaat zoveel mogelijk achterin zitten met zijn opschrijfboekje. Op zijn kamertje zet hij op een whiteboard ze allemaal op een rijtje. 'Wat aan de buitenkant zo helder en eenduidig lijkt, is aan de binnenkant een versplinterde wereld. Urk blijkt geen geloofseiland, maar een archipel aan overtuigingen waar ieder zich beroept op het eigen, grote gelijk. Veel kerken zijn uit elkaar ontstaan.
En dan te bedenken dat dit dorp ooit katholiek is geweest. Voormalig dominee op Urk, Jaap Brons, schetst hem de geschiedenis. Maarten Luther, zestiende eeuw, aanklachten tegen de rooms-katholieke kerk, in het bijzonder tegen de aflaten (waarmee je je zonden vrij kon kopen). Luther stelt dat de mens alleen door het geloof gered kan worden. De Frans-Zwitserse theoloog Johannes Calvijn is hervormingsgezind. Hij is voor een sober religieus leven, tegengesteld aan het katholieke en zonder overheidsbemoeienis. Zijn ideeēn sijpelen door naar de Nederlanden - die in de Tachtigjarige oorlog met Spaanse rooms-katholieke overheersers verwikkeld zijn - en die het protestantisme omarmen. (beetje uitgebreid, maar dit is ook mijn eigen geschiedenis, ib,) De leer van Calvijn wordt het denkkader en zo wordt in de zestiende eeuw de kerk van de Reformatie uit tot de vaderlandse kerk, de (Nederduitse) Gereformeerde Kerk. Na de strijd met Spanje - midden zeventiende eeuw - is eenderde protestants, eenderde katholiek en de rest onbeslist en andersdenkend. De Gereformeerde Kerk is geen staatskerk, maar heeft wel een bevoorrechte en centrale plaats in de maatschappij.
Ook op Urk ontdoen de mensen zich van de katholieke kerk en gaan over de de nije leer. De zondeval in het paradijs, de 'gebroken wereld' waarin we leven en - aldus Calvijn - de leer van de predestinatie: je bent uitverkoren of je bent het niet. Mathias: bij de zwaren kun je zelf niks doen, alleen maar hopen dat je bekeerd wordt (zie het filmpje van Hans Heijnen en zijn terugkerende vraag: ben jij bekeerd?), bij de lichteren is er verlossing door Jezus voor ieder die in hem gelooft.
In de negentiende eeuw gaat er in protestants Nederland een lichtere wind waaien; de zwaren scheiden zich af olv dominee Hendrik de Cock. Je mag niet werken op zondag, je mag niet vloeken, niet drinken, niet gokken en je kleding moet je afgekeerd doen staan van de wereld. Urk, aanvankelijk dus katholiek, dan Reformatie, schuift nu op naar rechts oiv van de rondreizende de Cock. Een nog grotere groep scheurt zich los olv Abraham Kuyper, deze gaat later samen met de groep van de Cock en worden de 'Gereformeerde Kerk'. Vele andere kerken ontstaan uit enz.....
In de jaren zestig waait door de Gereformeerde kerken een frisse wind, maar niet in Urk. Hier bestaan - naast de Protestantse Kerk in Nederland - allerlei soorten gereformeerd en hervormd, evangelischen, Leger des Heils, Baptisten en dan heb je ook nog de 'thuislezers' en Urkers die in Tollebeek naar de kerk gaan.... De refo's zijn in de meerderheid.
Nog in 1976 is een enorme scheuring ontstaan, door een theoloog als Harry Kuitert, die de historiciteit van de zondeval in twijfel trekt. (deze tijd heb ik zelf intensief meegemaakt, in onze Achterhoekse gereformeerde dorpskerk discussieerden wij hier uitgebreid over, jong en oud en dit leidde niet tot een scheuring). In Urk zijn er blijvers en vertrekkers en deze worden plotseling door de vertrekkers afgeschilderd als 'verderfelijken' etc. De vertrekkers bouwen een prefabkerk en dan de Maranathakerk.
In 2005 scheurt er weer iets in de 'gewone' gereformeerde kerk, deze keer gaat het over de fusie met 'een homokerk'. Mathias: 'Bijna altijd gaan die botsingen over de mores, de morele keuzes die het dorp maakt, en niet over de economie. Op dat vlak is er eensgezindheid, en kan het niet snel genoeg gaan: bouwen maar.'
Het Heilig Avondmaal
wordt bij de refo's alleen genoten door de bekeerden (waaronder veel ouderlingen). In de grootste Jachin Boazkerk zijn er 20-30 mensen van de meer dan 1000 leden die elke paar maanden naar de avondmaalstafel lopen (die voorin de kerk is; bij ons ging iedereen vanaf dat je belijdenis had gedaan).
Mathias krijgt toegang tot een gezin dat bij de 'hele zwaren' behoort. 'Want dat gedachtengoed beheerst de politiek en de visserij. En in de zwaarste kerken vind je de CEO's van de grootste bedrijven, je vindt er de grootste reders, de wethouders, gemeenteraadsleden en voorzitters van het vereniging. 'Een gesprek over kwartaalcijfers en fileermachines met de zwaren kan altijd, maar de deur naar hun gedachten en gevoelens is vergrendeld'.
Het lukt hem dus. Dit is waarom dit boek zo goed is: hij is integer, hij wil begrijpen. De moeder is bekeerd, de dochter 'strijdt' om bekeerd te worden. Ze vraagt of Mathias gelooft. 'Ik zeg dat ik niet geloof en voel hoe de lucht verdikt.'
Op bladzijde 183 vraagt Mathias zich af: lichte en zware percelen, maar iedereen gelooft, iedereen gaat naar welke kerk dan ook, iedereen schikt zich met een glimlach naar de wensen van Urk en van de Heere? Een paar dagen later glijdt hij de wereld binnen die een heel ander verhaal vertelt. Hij krijgt de achterkant te zien, een schaduwkant 'die ik niet meer kan ont-zien'.
Een jonge vrouw
die - dankzij internet, dat mag wel in Urk - op haar zestiende van haar geloof valt na het lezen van Dawkins The God Delusion, die haar vader dit meedeelt en wier vader in razernij ontsteekt en haar wil wurgen. 'Ik had niet alleen aan zijn geloof getornd, maar ook aan zijn autoriteit. Geloof en macht gaan samen...' Een oudere man doet ook zijn verhaal: aardige moeder, strenge vader, man gaat naar de stad, studeren, werken, blijkt gay te zijn, wil de zwijgcultuur doorbreken door dit aan zijn moeder te vertellen over zijn vriend als partner en krijgt - van zijn aardige moeder - te horen: Stop daarmee'. Toen moeder dit aan vader vertelde zei deze liever een overlijdensbericht gekregen te hebben dan dit bericht.
Mathias - bladzijde 195 - 'Ik word steeds onbuigzamer, in ieder gesprek. Dat voel ik. Mijn geduld raakt op. .... Ook in de kerken erodeert de leer, althans in de hoofden van de mensen, en er zijn grote scheuren in de dijk.' Hij ontmoet ook 'evangelische jongeren die zelf hun mensen dopen in het IJsselmeer.
Mathias: Op den duur beschouw ik religie als een computerprogramma dat op Urk al op zeer jonge leeftijd op de harde schijf van de kinderen wordt gezet...De kerkmensen gaan niet met de jongeren in dialoog. 'Het religieus denkkader is zo onwrikbaar dat de oude macht zich krampachtig vasthoudt aan wat rest.
Hij ontmoet nog een jonge vrouw, wier vader ouderling is in een zware kerk en die haar haar hele jeugd misbruikt. Als zij later 'het boek niet dicht wil doen' stapt vader naar de kerkeraad, vrouw doet aangifte bij de politie, maar 'er komt geen proces.'
Andere ouders - moeders - spreken met Mathias dat 'er geen houden aan is' sinds internet via een klein gat in de muur naar binnen komt. 'Langs dat ene, simpele gaatje in de muur, daarlangs is de wereld binnengeslopen..... Internet zorgt voor de grootste revolutie die Urk ooit heeft meegemaakt. Kinderen - en hun ouders - kijken via YouTube naar filmpjes en programma's.'
Klaas Post
en Albert Hoekman was ik ook al tegengekomen in het boek Lied van de tijd, van Julia Blackburn. Leuk om hen hier weer tegen te komen in het boek van Mathias. Zij verzamelen botten, die de vissers mee in hun netten omhoog halen, allerlei mogelijke fossielen uit de tijd dat de Noordzee nog begaanbaar land was, zo'n tienduizend jaar geleden. De Doggersbank verbond Engeland ooit met Nederland. Er liepen dus vroeger mammoeten, wolven, beren, hyena's en ook mensen waar nu de schepen varen. Voor de zware Urker is de aarde zesduizend jaar oud, dus als zo'n visser vraagt: 'Hoe oud zijn die fossielen', zegt Albert: 'Heel oud.' Het dorp laat de de eigenaars van North Sea Fossils met rust, deze twee mannen zijn 'consequent en praktisch' 'en daar houdt het dorp van.'
Net als elders
is het ook op Urk: een vechtpartij rond Soufyan waarbij Urkse relschoppers het huis van de familie van Soufian binnenvallen, rellen rond een grillroom (als één van de eigenaars en later ook een vriend van hem - Nederlanders van Turkse roots - verkering krijgen met Urkse meisjes); de familie sluit hun bedrijf - ze blijven nog wel vis fileren op het industrieterrein - en 'Shalom' wordt 'Hawaī', gerund door Vietnamese bootvluchtelingen die twintig jaar geleden op Urk werden ondergebracht. Mathias: Ik herken de problematiek. Het is elders niet anders. Maar hier krijgt het vreedzame - waar de Urkers naar verwijzen: wij leven vreedzaam samen - soms een heel donker karakter. Mathias noemt het samenleven 'niks anders dan vreedzaam negeren'.
Illegale kroegen op het industrieterrein
Hier doet de jeugd alles wat God en het dorp verbieden. Vroeger fungeerde de kombuis van de binnengelopen botters op vrijdagavond als 'toevlucht' voor de jongeren. Ze dronken bier, rookten shag en hasj, er kwamen soms meisjes. Sinds de boten zo groot zijn dat ze niet meer in Urk aanmeren, maar in havens langs de Noordzee (en vrachtwagens de vis naar Urk brengen en busjes de vissers naar hun woonplaats en maandagochtend 0.00 weer naar de boot), zochten de jongeren een ander onderkomen. Dat werden vissersboxen op het industrieterrein. Mathias is een topjournalist. Hij wordt in verschillende kroegen binnengeloodst en kan onbekommerd kijken en praten. 'Gebruik jij ook?' 'Nee.' Gebruikers en ex-gebruikers nemen Mathias mee op een tijdreis, van het oude dorp naar de nieuwe tijd. Wiet, pillen, coke. 'Wie veel drinkt, en dat geldt voor veel Urkers, kan zijn genzen verleggen door lijntjes te snuiven.'
'Sociale controle eindigt in eeuwig zwijgen. Dan is zo'n industrieterrein handig natuurlijk.'
Dirk Korf, zelf van geboorte Urker, werd in 2009 bijzonder hoogleraar; zijn oratie had als onderwerp Coke bij de vis. Misdaad en moraal. Hij citeert Stanley Cohen, socioloog en criminoloog die - wat de pers omschrijft als 'gewelddadigheden' omschrijft als 'morele paniek over wat ervaren als een grote bedreiging van bestaande maatschappelijke waarden en belangen.' Korf ziet deze paniek in de manier waarop over drugs op Urk wordt gepraat en geschreven. In Lutjebroek gebeurt hetzelfde, in de 'zuipschuren' overal in Nederland. Korf: 'Je zou het beter 'meerlagig' kunnen noemen. Elke gemeenschap - ook Urk - is een microwereld die steeds diverser wordt.' De pers heeft het over 'hypocriet' , maar dat is niet zo. 'Dat is niet hypocriet, maar dat is fascinerend.' Leuk dat Mathias Korf geraadpleegd heeft. In de kantlijn van het boek heb ik geschreven: wat word je volgende halfjaar verblijf Mathias?
Hoofdstuk 8
begint hilarisch met Mathias die een week mee gaat op de UK227. Anderhalf uur slapen, dan vis sorteren, dan weer naar bed voor anderhalf uur. En om te beginnen lichtelijk zeeziek. Maar, hij houdt het een hele week vol en zijn status 'is geüpgraded' als hij terug is.
Tijd om de rest van 'het zeeleven', het verlengde van het leven op zee, te gaan verkennen. Hij belandt in een 'een reusachtige diepvries. Dat is het: een grote, witte, anomieme doos, die helemaal in het teken staat van industriēle voedselverwerking.'
Het industrieterrein is haast even groot als de volledige woonkern van Urk. Jaarlijks rijden hier bijna twintigduizend volle vrachtauto's het dorp uit. 'De culturele schifting is voltrokken: van vissersschip naar visfabriek'. Aanvankelijk werd hier Noordzeevis verkocht aan de hele wereld, vanaf de jaren negentig kopen ze overal allerlei vis in en zo gaat het tot de dag van vandaag. Begin jaren tweeduizend was het Urker bedrijventerrein goed voor een omzet van zo'n zevenhonderd miljoen euro. Tegenwoordig is de omzet verdubbeld tot anderhalf miljard euro. Japanners, Noren en nu ook Amerikanen werken zich in in de Urker koelcelindustrie.
Fraude
Mathias krijgt Geert Nentjes van Neboma aan de praat over de fraude ten tijde van de quota in de jaren tachtig en negentig. 'Ik wilde dit dorp en z'n vissers beschermen.' Geert kocht het teveel op, veranderde de aanduidingen, verkocht de vis, inde het geld 'bij de achterdeur' van de AMRO - wekelijks een paar miljoen contant geld in een zak van de C1000 supermarkt - en deelde alles netjes uit aan de vissers. Iedereen zit in het complot: vissers, gemeentebestuur, handelaren. Immers: je moet dan wel gehoorzaam zijn aan de overheid, maar deze vangstbeperking bedreigt de mensen op Urk in hun bestaan. Uiteindelijk krijgen diverse mensen diverse straffen Geert moet een half jaar de gevangenis in, leest hier preken zoveel hij kan - 'De preken hielden me overeind in de gevangenis' - , zette koffie en smeerde broodjes voor de andere gevangenen, maar 'Als ik nu sterf dan ben ik verloren. Ik ben niet bekeerd. Ik kan alleen hopen nog bekerd te worden, maar de kans dat ik naar de hel ga, is groot. Daar maak ik me zorgen over, jazeker.'
De gouden tijd
van de jaren zestig, zeventig en tachtig is vervlogen. Strenge regels, slechte vangsten, lage prijzen, dure brandstof. 'De pijl wijst naar beneden. Zeker vanaf het begin van de jaren 2000.' De Urker vloot is al meer dan gehalveerd en 'terwijl de vissers van de kaart vielen, zagen ze het industrieterrein aangroeien tot een mogol'.
Windparken op zee. Verbod op de pulskor, - die de platvis in de zeebodem moet opschrikken en die het kettinggerammel vervangt, kost de boot minder brandstof -, komst van fishfarms, natuurbescherming van vissen en van zee. Mathias: De kleine, typische familiebedrijven met hun oude kotters, kunnen niet op tegen de belangen van grote baggeraars, windmolenconstructeurs, gas- en olieproducenten, en nationale en supranationale overheden. Straks zitten ze allemaal samen op een postzegel in de Noordzee. En niemand die nog geeft om de vissers. Het publiek niet, het klimaat niet. Straks schiet er geen vis meer over, en geen visgrond. Het is het definitieve einde van de onafhankelijkheid.
Mathias
mag van mij wel weer ergens elders een half jaar neerstrijken en ons met een boek verblijden. Ik had veel associaties met de industrialisatie van landbouw (mijn achtergrond) en met de industrialisatie van 'de bakker' (mijn latere vak). Veel herkenning van 'opgroeien in een strikte gemeenschap' en hoe lang dit doorwerkt. Mathias plaatst ons middenin ieders leven in dit boek - super hoe hij in staat is om de ander te laten spreken, wie dat dan ook is - en tilt ons er daarna weer bovenuit.
Als lezer ben ik verbaasd over 'ons, wij, mensen.' En, om met iets stichtelijks te eindigen: hoe bestaat het dat we alles industrieel aan zijn gaan pakken in de laatste vijftig jaar, de visserij, de landbouw, het brood. Je ziet het gewoon gebeuren, ook in dit boek.
In weekblad De Groene van deze week staat een helder artikel over het 'leegvissen' van de zee. En wie gekweekte vis liever zou eten? 'Dat wordt hier vergeleken met intensieve veehouderij: te veel vissen op een kleine oppervlakte, zonder rekening te houden met ziekteprocessen. Een fout die we keer op keer maken...'